Vorig jaar nog hielp Lab Vlieland op het thema energie, dit jaar ligt de focus op afvalstromen. Of beter nog: grondstofstromen. Hoe kan een festival slimmer omgaan met afval en grondstoffen? Oerol is goed op dreef met afvalvermindering. Het festival reduceert afval door eigen bouwmaterialen ieder jaar weer te hergebruiken en drink je uit glas, écht glas en geen plastic. Omdat het gewoon lekkerder is, maar belangrijker nog omdat het beter is voor het milieu. Het glaswerk wordt net als al het servies afgewassen in een wasstraat. Er zijn dus nauwelijks disposables en plasticbeker-afval. Daarnaast startte Oerol dit jaar met het gebruik van biologisch afbreekbare zeep en (af)wasmiddelen om zo het afvalwater zo schoon mogelijk te houden.
Lab Vlieland is dit jaar op Oerol om de ‘(grond)stofwisseling’ in kaart te brengen en daar kansen uit te destilleren zodat het volgend jaar nóg beter kan. Het moment van stofwisseling (grondstof naar afval) is waar dit onderzoek om draait. Als we het vereenvoudigen kan je zeggen dat het duurzamer omgaan met grondstoffen zit in het zo ver mogelijk vooruit schuiven (liefst tot in het oneindige) van het moment dat een grondstof afval wordt. De uitkomsten van het onderzoek zullen als infographic de grondstofketen op een praktische en inzichtelijke wijze visualiseren. Daarnaast zal er een korte rapportage en een evaluatiemoment plaatsvinden.
Ook Innofest zag je op Oerol. Tijdens het allereerste festival waar Innofest innovaties programmeert was er een eigen plek op festivallocatie De Betonning. Een deel van het Innofest programma stond in het teken van nieuwe grondstoffen en er waren naast het doorlopende programma ook interactieve sessies. Bijvoorbeeld de sessie over Zeewier: De Waddenzee als graanschuur, kunnen we het eten van zeewier op de Nederlandse menukaart zetten? Daarnaast was er o.a. een Hackarton en een sessie over circulair slapen.